di 30 juli 2013 :
Onze waarman Paulus Pietersma had het al voorspeld: er zou het weekend noodweer komen. En zo als wel vaker met de altijd hilarische Paulus zat hij er ook deze keer weer naast. Zijn voorspelling was dat het slechte weer vanuit het zuiden zou komen maar het kwam allemaal uit het noorden. Aan de boorden van het Lauwersmeer ontstonden in de loop van zowel zaterdag als zondag enorme regenbuien welke zoals later zou blijken gepaard gingen met hevig onweer en zelfs hagelstenen. Het begon allemaal op zaterdag in Tytsjerk waar Jan, Sytze en Gerrit in actie kwamen. Jan in de A klas en de Sytze en Gerrit in de B klas van de schooljongens. En de koppies stonden goed zeg maar gerust als “tongerkoppen”. Het beloofde dus weinig goeds voor de tegenstanders. En aldus geschiedde.
Vooral Jan was weer in bloedvorm en vloog als een bliksemflits over het veld. Met Durk Ennema van Sexbierum wist hij in de poule alle drie de wedstrijden te winnen wat vanzelfsprekend een finaleplaats betekende. En nog sneller dan onweer op kankomen stonden ze met 5-2 voor. Toen leek het gedaan maar de tegenstanders wisten toch nog terug te komen tot 5-5. Maar in het laatste eerst barste nog een keer het anjumer noodweer los. Een buitenslag en twee bovenslagen, van zowel Jan als Durk leverde een schone zes op. Toen sloeg Jan,( gelijk de germaanse god Donar nog 1 keer met zijn hamer tegen de wolken), de bal op een geweldige manier boppe. De tweede lauwerkrans voor Jan in de A klas was een feit en de zon brak dan ook gelijk door in Tytsjerk. Durk en Jan, nadat de lucht is opgeklaard en de schade is opgemaakt: de krans.
Ook in de B klas waren de donderslagen niet van de lucht. Veroorzaker van ditnatuurgeweld was Gerrit Dijkstra. Zijn opslagen vlogen weer als bliksemschichten richting de vijandelijke perken, enkele slagen gingen gepaard met hagel. Sommige tegenstanders waren bang voor dit natuurverschijnsel en wilden schuilen maar hier wilden Gerrit en zijn maat Mike van der Berg van Grou niks van weten. Het noodweer eindigde met een derde prijs in de verliezersronde. Volgens de aanwezige vaders en moeders waren Sytze en zijn maat bang voor dit slechte weer. Dit ging gepaard met veel buitenslagen en dus kwam hij met lege handen terug in Anjum. Mike en Gerrit, en de tegenstanders die het alleen van afstand durven aan te zien.
Ook zondag was het plaatselijk weer noodweer. In Dronryp waar Wiebe en Jan bijelkaar hadden geloot bij de jongens was er letterlijk geen vuiltje aan de lucht. Figuurlijk wel want Jan en Gerrit konden na twee partijen terug naar het hoge noorden. Hoe anders was het in Stiens waar Eline, Gerwin, Gerrit en Sytze in actie kwamen. Dit viertal zorgde weer voor noodweer. Voor hun tegenstanders dan wel te verstaan. Eline moest in de eerste partij nog even wennen maar de rest van de dag ging ze tekeer als een soort Hestia, de godin van het vuur. Eline en haar maat Corrie Croondyk van Easterein zorgden voor echt vuurwerk wat hen uiteindelijk de winst in de afvalronde opleverde. Foto links : Eline, zittend tweede van links
Sytze, een dag eerder nog wat “skrutel yn it minne waar” was zondag aardig beter op dreef. Hij leek nu lak aan het slechte weer te hebben en zorgde zelf voor menig “tongerslag”. Ook in het tussenspel was hij weer sneller dan de bliksemflitsen in de lucht. Jammer dat zijn maat niet zo goed op dreef was want anders had er misschien nog meer ingezeten dan de premie. Sytze en Riemer Jensma van Minnertsgea
De donderslagen van Gerrit hadden in Stiens niet het gewenste resultaat maar waren wel weer fantastisch om naar te zien. Gerwin had de camping van Appelscha ingeruild voor het kaatsveld in Stiens. Het werd voor Gerwin een lange kaatsmiddag die hem zoals het zich liet aanzien niks op zou leveren. De schade experts van k.v de Boer uit Stiens dachten hier anders over. Want terwijl Gerwin al weer hoog en droog op de camping zat werd door deze wijze heren besloten om hem alsnog een derde prijs toe te kennen.
Zo kwam er weer een einde aan een gruwelijk mooi kaatsweekend. Tongerkopkes, fjoer oan e himel, dikke klappen, ynslagen en wer in protte wille en prizen. Wat kin needwaar dochs moai weze.